Hoe maak je mensen bewust van het enorme afvalprobleem dat wij hebben gecreëerd? Niet door ze bang te maken of door ze in de verdediging te laten schieten. Wel door ze spelenderwijs bewust te maken van de situatie, en te laten zien hoe het anders kan.
Maria Koijck
Daarvoor zorgde kunstenares Maria Koijck met haar workshop op 11 maart 2025 als voorproefje op de Week van de Circulaire Economie. “Naast dat we kijken naar de ernst van het onderwerp, gaan we ook gewoon lekker keten.’’
De Groningse Maria Koijck is - zo verklaart ze - ‘besmet’ met het afvalvirus. Toen ze jaren geleden een vriendin bezocht in Sierra Leone, zag ze hoe de zee daar constant afval uitspuugde. De inmiddels welbekende plastic soep. Het liet haar niet meer los. De diagnose borstkanker bracht Maria later ook in aanraking met de afvalstromen in de medische wereld. “De verbandschaar die bij mij werd gebruikt, bleek een wegwerpexemplaar. Terwijl hij van roestvrij staal was gemaakt en vanuit Japan naar Nederland was vervoerd. Die schaar heeft één klein knipje gezet. Daarna is het weggegooid en verbrand. Dat is toch idioot?” Het liet haar niet meer los. “Alles ging aan bij mij. Sindsdien noemen ze me in Groningen de afvalkunstenaar.’’
“Alles ging aan bij mij. Sindsdien noemen ze me in Groningen de afvalkunstenaar.’’
Bewust worden van je afvalstroom
Maria zet zich in voor meer bewustwording over hoe wij ons verhouden tot het afval dat we produceren. Ze maakt zich zorgen om het door mensen gecreëerde probleem, dat nog niet zo heel lang bestaat. “In mijn jeugd, in de jaren 70, had ik nooit een plastic flesje in de hand. Hoe is het mogelijk dat we het zo ver hebben laten komen?” Het is dan ook belangrijk dat we ons afval scheiden, benadrukt ze. Maria: “Om de plastic soep terug te dringen, moeten we toewerken naar gebruik van honderd procent recyclebaar materiaal. Om daar te komen, hebben we nog een lange weg te gaan. Het nieuwe plastic uit China is nog steeds goedkoper dan het gerecyclede plastic uit Nederland, dat vind ik heel raar. En Nederlanders gebruiken vier stuks plastic per dag, zo’n 1500 per persoon per jaar. Op verschillende vlakken is er dus werk aan de winkel. Het is dan ook niet voldoende als je alleen afval scheidt, je moet het ook goed weten te scheiden. Dan is een veel groter deel van het materiaal te recyclen. Ook maakt scheiden ons bewust van onze afvalstroom, omdat je automatisch aandacht besteedt aan hoeveel afval je maakt met je gedrag en keuzes.’’
Afval op Rijnstraat 8
Dit geldt op Rijnstraat 8. Vrijwel al het afval van ons kantoorpand kan gescheiden en gerecycled worden. Denk hierbij aan glas, papier en plastic. Daarmee besparen we energie, aardolie en grondstoffen. Dat is goed voor het klimaat en helpt ons om stappen te zetten richting een circulaire organisatie. Om die materialen te kunnen hergebruiken, moet het afval op de juiste manier gescheiden worden. Dit kan alleen als we het met elkaar goed voorsorteren. Op de Rijnstraat doen we dit door afval te scheiden in de daarvoor bestemde afvalbakken. Maar dit kunnen dit nog beter doen, want vaak belandt er afval in de verkeerde bak. Uit een afvalscan uit 2023 van FMHaaglanden bleek dat van de 42 kilo die op een dag in een pand aan restafval werd opgehaald, maar 6,8 kilo ook daadwerkelijk tot die categorie behoorde. Onder restafval verstaan we: afval dat je niet gescheiden kunt inleveren. De rest hoorde eigenlijk in een andere bak thuis. Dat had dus als grondstof hergebruikt kunnen worden, in plaats daarvan werd het verbrand.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) streeft naar een klimaatneutrale en circulaire werkplek in 2030, waar afval nagenoeg niet meer bestaat. Onze doelstelling voor afval is gelijk aan die van de hele Rijksoverheid; het percentage restafval verminderen tot maximaal 35% van de totale hoeveelheid kantoorafval (minus papier en karton). Maar de meest recente cijfers lieten zien dat dit cijfer blijft steken op 82%. De totale, absolute hoeveelheid kantoorafval daalt wel.
Alles op straat
Maria tovert met haar werk afval om tot kunst. Van iets lelijks tot iets waar mensen graag naar kijken. “Het kost niks. Ik vind van alles op straat. Ik zorg dat mijn werk aangenaam is om naar te kijken. Zo maakte ik een zwaan, waar mensen foto’s van namen. Dat vind ik interessant, want ze keken gewoon naar allerlei soorten afval. Kunst is het middel waarmee je een boodschap mooi kunt verpakken, waarmee je mensen aan het denken zet. Mijn kunstwerken beschuldigen niet, brengen mensen niet in de verdediging. Het is een aanzet tot overdenken, en hopelijk andere keuzes.’’
Anders kijken naar afval
Tijdens de workshop wil Maria de deelnemers spelenderwijs inspireren. “Ik heb geleerd dat je, ook als individu, wel degelijk een beweging in gang kan zetten. Mensen denk vaak dat ze zelf geen invloed hebben. Dat is wel zo, dat hoop ik tijdens de workshop over de brengen. Het wordt een leuke workshop waarbij ik begin met een lezing over mijn werk en we vervolgens middels een quiz gaan ontdekken hoe afvalscheiding werkt. Ik hoop dat mensen zo op een andere manier gaan kijken naar afval. Ik wil hen nieuwsgierig maken, net als bij kunst. Kunst maken begint immers ook met het stellen van een vraag. Ik hoop dat er bij de deelnemers ook een lichtje aangaat, zoals dat toen bij mij ging.’’
Maria Koijck met het afval van één operatie