Het Klimaatplan 2025-2035 zegt dat de Rijksoverheid het goede voorbeeld wil geven met haar eigen bedrijfsvoering. Daarom werkt zij toe naar circulair werken als standaard binnen de eigen bedrijfsvoering in 2035. Maar wat is een circulaire bedrijfsvoering eigenlijk?
Om dat uit te leggen wordt vaak de zogenaamde R-ladder gebruikt. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft deze samengevat in vier knoppen. Het verschilt per product of dienst aan welke knoppen je het beste kunt draaien.
In de basis gaat het erom dat we bij al onze facilitaire producten en diensten de impact van de grondstoffen die we gebruiken zoveel mogelijk verlagen. Dat doen we ten eerste door zo min mogelijk nieuwe producten in te kopen. Het product met de minste impact is immers een product dat niet hoeft te worden gemaakt.
Als we toch iets moeten aanschaffen, dan kopen we zo duurzaam mogelijke producten, die efficiënt omgaan met grondstoffen en die lang bruikbaar en goed repareerbaar zijn. Als het kan, kopen we producten waarbij fossiele grondstoffen zijn vervangen door hernieuwbare, minder belastende stoffen. Op deze manier verminderen we niet alleen onze eigen impact als Rijk, maar stimuleren we ook de ontwikkeling van duurzame producten en diensten in de markt.
In het gebruik van onze producten dragen we zorg voor een zo lang mogelijke levensduur. Dat betekent dat we een product niet vervangen zolang het nog goed functioneert en dat we zorgen voor reparatie of refurbishing als het toch kapot gaat of versleten is. Als wij het niet meer nodig hebben, zorgen we ervoor dat iemand anders het kan hergebruiken. Dat kan bijvoorbeeld door af te spreken dat het terug gaat naar de producent of dat het een tweede leven krijgt na verkoop door Domeinen.
Producten die niet meer kunnen worden gerepareerd of hergebruikt laten we hoogwaardig verwerken. Door ons afval goed te scheiden en aan te bieden aan hoogwaardige recyclers, zorgen we ervoor dat onze grondstoffen zoveel mogelijk beschikbaar blijven om nieuwe dingen mee te maken.